De afgelopen jaren ben ik in mijn beroep als particulier rechercheur meerdere keren getuige geweest van ernstige conflictsituaties in en na een scheidingsperiode. Meestal ging het daarbij om tenenkrommende toestanden. Wat mensen elkaar af en toe aandoen, valt soms bijna niet te beschrijven.
Vrouwen van mijn leeftijd hebben regelmatig te maken met een clichéscheiding. Ze zijn ingeruild voor een jonger exemplaar en kampen vaak ook nog met de nasleep van financieel getouwtrek. Boosheid en frustraties resteren en kunnen lang blijven voortwoekeren.
Het plaatje dat doorgaans wordt geschetst van een ex-echtgenote die nog 5 jaar kan genieten van de centen van manlief, is over het algemeen te rooskleurig. Althans, dit gaat bepaald niet op voor de vrouwen die zich de afgelopen jaren bij mij meldden.
Een voorbeeld uit de praktijk. Ik werd geconfronteerd met de situatie waarbij de heer des huizes zich nog net voor de scheiding van zijn vrouw door zijn werkgever had laten ontslaan, hoogstwaarschijnlijk om op die manier een hoge alimentatieverplichting te ontlopen.
Het ‘toeval’ wilde dat hij na afronding van de echtscheiding weer bij hetzelfde bedrijf aan de slag ging. Was hier een dealtje gesloten? Tja, ga dat maar eens bewijzen.
De ex-echtgenote was er financieel gezien in ieder geval enorm door gedupeerd. Naast het verwerken van de plotselinge huwelijksbreuk en de vernedering die ze daarbij voelde omdat ze was gedumpt voor een jongere vrouw, kwam er voor haar tevens een groot financieel probleem bij.
Haar ex-partner vond dat ze wel in staat was om zelf te werken. Daar heeft hij een punt, zou je zeggen. Ware het niet dat deze man één heel belangrijk aspect van zijn vroegere huwelijk hiermee wel heel makkelijk overboord zette. Toen hij nog met zijn vrouw samenwoonde, was het hem jarenlang namelijk prima uitgekomen dat zij niet werkte. Zo kon hij ongestoord aan zijn carrière werken, terwijl zij de volledige zorg voor de kinderen en het huishouden op zich had genomen.
In al die jaren had zijn ex-vrouw dus geen enkele werkervaring kunnen opdoen. Daar kwam bij dat ze inmiddels de vijftig was gepasseerd en sowieso niet makkelijk meer aan een baan kon komen. Al helemaal niet in coronatijd.
Wanhopig vroeg deze vrouw of ik iets met haar zaak kon. Ik besloot onderzoek voor haar te gaan doen. Al snel bleek dat haar ex-man de scheiding zeer goed had voorbereid. Het bleek niet eenvoudig om te achterhalen of en hoe hij zijn vermogen had verduisterd. Uiteindelijk bleek hij iedereen te slim af en vonden wij ook geen sporen van ander vermogen.
In sommige landen is het niet zo lastig om te traceren of iemand geld heeft weggesluisd. Zulke informatie is daar via open bronnen redelijk toegankelijk. Maar in andere landen kan de situatie anders en ingewikkeld zijn. Toch is er met behulp van buitenlandse collega’s vaak wel wat mogelijk. Zo kwamen we er in een ander dossier achter dat de mannelijke partner een bijzondere wegsluisconstructie had bedacht in een stichting. Het moge duidelijk zijn dat dit géén familiestichting was.
Gefortuneerde mensen halen vaker van zulke trucs uit, bijvoorbeeld om te voorkomen dat zij in de Quote 500 worden vermeld. De een is nog creatiever dan de ander.
Ik zie dit regelmatig voorbijkomen als het om echtscheidingen gaat. Er is dan ruim van tevoren al geanticipeerd op de aankomende verbreking van de relatie. Vaak zonder dat de ander überhaupt weet dat er een scheiding op komst is.
Hele gezinnen kunnen uit elkaar vallen. In de bovenstaande zaak is er nu geen enkel contact meer tussen de vader en een van zijn kinderen. Het andere kind bezoekt hem nog slechts af en toe.
Ook dat is akelig. Kinderen moeten op afstand lijdzaam toekijken wat er gebeurt, maar lijden ondertussen wel ernstig mee onder de verwijdering van hun ouders.
Alleen maar verliezers toch? En waarom? Het kan ook anders!
Ik heb zelf een scheiding achter de rug, nadat ik mijn man verliet voor een ander. Ik heb nog altijd respect voor de wijze waarop mijn ex-man reageerde. Hij zei: “Jij hebt het mogelijk gemaakt dat ik mij kon ontwikkelen door jezelf tijdens onze relatie deels weg te cijferen. Ik ga het netjes voor je regelen.”
Ik ben me ervan bewust dat ik mijn handen mag dichtknijpen met deze reactie. Toen de alimentatieberekening hoger bleek uit te vallen dan ik had verwacht, heb ik daarvoor dan ook bedankt. Ik vond een lagere alimentatie voor hem redelijk. Het scheelde uiteraard dat er geen kinderen in het spel waren.
In de volgende twee zaken die ik in deze column wil belichten, liep het heel anders. Dat werden heuse vechtscheidingen waarbij helaas ook de kinderen werden betrokken.
Zo meldde zich een klant bij me die aanvankelijk een goede omgangsregeling had voor haar dochter. Zij zag haar kind de hele week en om de veertien dagen ging het meisje naar haar vader.
Maar dat was bij de vrouw tegen het zere been. Ze wilde niet dat hun dochter haar vader bezocht en deed er alles aan om haar ex zwart te maken. Het escaleerde volledig. Keer op keer stond ze voor de rechter om de regeling ter discussie te stellen.
Geen rechter was gelukkig met haar verzoek meegegaan. Sterker nog: ze verspeelde alles. Uiteindelijk kreeg de vrouw haar dochter zelf nog maar enkele uren per week onder toezicht te zien.
De vrouw vroeg of ik nog iets voor haar kon betekenen. Ze wilde dat ik bewijs ging verzamelen dat haar ex niet goed genoeg zorgde voor hun dochter.
Ik las het dossier door, trok meteen mijn conclusie en besloot er geen doekjes om te winden. “Ik begrijp dit vonnis wel”, zei ik haar. “Wat heb je enorm je eigen glazen ingegooid. Ik ga deze casus niet in behandeling nemen, want ik ben het niet eens met wat je doet.” Vervolgens gaf ik haar een duidelijk advies: “Ga naar huis en zorg dat je die paar bezoekuren met je kind ook niet kwijtraakt.”
Een goede vriendin die bij de bespreking met deze vrouw aanwezig was, belde mij later op. “Je hebt de juiste beslissing genomen”, zei ze tegen me. “Iemand moest haar stoppen. En dat is jou gelukt!”
Er zijn ook vaders die bij me aankloppen. Zoals een man die vanaf de geboorte voor zijn dochter heeft gezorgd. Een prachtig meisje. Vol trots toonde hij me wat foto’s van zijn kind.
Het bleek dat hij zijn dochter ruim negen maanden eerder voor het laatst had gezien. Zijn ex deed er alles aan om hem in een kwaad daglicht te stellen bij allerlei betrokken instanties.
Dat frustreerde hem enorm. Zij hield zich aan geen enkele bezoekregeling en hield hem bovendien overal buiten. Zo liet ze hem zelfs niet weten dat hun dochter in het ziekenhuis was opgenomen. Dat had hem dusdanig van streek gemaakt, dat hij naar de politie was gestapt en daar had gezegd zijn ex iets te zullen aandoen als hij zijn dochter niet mocht ontmoeten.
Dat was uiteraard geen slimme opmerking van deze man geweest. Zulk optreden stond een fatsoenlijk omgangsregeling nog verder in de weg. Toch begreep ik zijn woede en verdriet.
Hij schakelde mij in en besprak met mij zijn probleem. Ik was niet erg happig op deze zaak. Maar als er in zulke moeilijke dossiers een mogelijkheid bestaat om iemand te helpen, dan ga ik die niet uit de weg. Gelukkig heb ik dan best vaak succes.
Zo ook in deze kwestie. Nadat ik meerdere gesprekken met de man voerde, drong het tot hem door dat vechten geen zin heeft. Contact leggen wel.
We wisten na die lange negen maanden toch weer een eerste ontmoeting tot stand te brengen. Het bleef lastig voor hem, want het ging maar om een paar uurtjes. Maar in het filmpje dat hij me stuurde, zag ik twee overgelukkige mensen. Een vader en een dochter die dolblij waren dat zij weer even bij elkaar konden zijn.
Het deed me deugd om die beelden onder ogen te krijgen. Maar ik moest ook even slikken. Wat doen mensen elkaar aan en wat is er eigenlijk nog over van respect naar elkaar?
*Herma’s vorige column kun je hier teruglezen: Echte liefde, of toch bedrog?